zondag 3 mei 2020

De stoeltjes boom.

Altijd waren we in de natuur. Maar soms was ik alleen. Bomen waren mijn toevlucht. Dan zat ik op een tak met de rug naar de stam. Te luisteren. Te dromen. Verscholen tussen het dichte gebladerte. Bomen zijn een deel van mij. Toen en nu. Oude bomen kan ik niet voorbij gaan, zonder er vol bewondering naar te staren. Dan vraag ik mij af wat die boom allemaal gezien heeft aan zijn stam.  Mijn vader had ook iets met bomen. Hij haalde de jonge boompjes uit de natuur en plantte ze naast het toegang weggetje bij ons huis aan het spoor. Vaak kwam in het plantgat de volle WC ton. Vele malen in mijn latere leven kwam ik terug bij dat huis uit mijn jeugd. En zag toen wel dat Pa de bomen te dicht op elkaar had geplant.

Vlakbij ons huis aan het spoor stond een grote eikenboom. Die noemde ik de stoeltjes boom. Op onnoemelijk veel plekken op de kromme takken kon je heerlijk zitten. De stoeltjes boom kwam ik vorig jaar nog eens tegen. In Tsjechië. Die foto komt hieronder.

In Hongarije was het eerste wat ik deed, na aankoop van twee hectare boerenland; bomen planten. Nog voordat begonnen werd met de bouw van het huis en de loods. Met vijf tot zes meter tussenruimte. Dat wel. Met vallen en opstaan kreeg ik de bomen aan het groeien want de grond was  heel slecht. Maar Platanen deden het goed. En in twintig jaar tijd waren de door mij geplante bomen rondom het terrein, al hele grote jongens.

Soms sloeg ik mijn armen om de dikste plataan boom. En droomde ik over vroeger. Over mijn stoeltjes boom.




2 opmerkingen:

  1. 🥰 zo vader zo zoon, of, zegt Silke, de appel valt niet ver van de boom ☺️

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik weet dat jij ook graag met bomen knuffelt. De tijd bii Mevrouw Becker in Hattem, aan haar denk ik regelmatig, zal jij ook vast niet vergeten.

      Verwijderen