zondag 16 februari 2020

Schaamte na vierenzestig jaar

Dit verhaal opschrijven valt me wat zwaar. De koptekst suggereert alsof ik er vierenzestig jaar over gedaan heb om mij voor dit verhaal te schamen. Niets is minder waar. Vanaf mijn zestiende ben ik een auto-didact, altijd verkennend en altijd lerend en een natuur- en dierenvriend. Ik was toen geabonneerd op Readers Digest "HET BESTE". Daarin stonden prachtige verhalen over de wereld en alles wat er op leeft. Inclusief de avonturen van mensen op trektochten door de wildernis. Vanaf die zestienjarige leeftijd is mijn liefde voor de natuur ontstaan. En misschien al eerder, in de tijd dat ik bij boer Piet Schoon werkte. Pas nu, na deze verklaring,  durf ik iets te bekennen. Ik was in mijn jeugd slecht voor leven in de dop. Geen boom was mij te hoog. Ik klom erin om vogelnesten leeg te halen. 

Zelfs de zwart-witte ekster, die een groot nest maakt boven in de dunne top van een boom, ontkwam niet aan mijn roofzucht. Dat het wel eens fout ging laat zich raden. In een dennenboom (houtduiven nesten) donderde ik eens boven uit de boom naar beneden. Maar omdat een den zoveel takken heeft uitstaan tot bijna aan de grond, werd mijn val gebroken en kwam ik er met schrammen en blauwe plekken vanaf. 



Met dank aan Koos Dijksterhuis https://dijksterhuis.net/category/natuurdagboek/ voor de foto. Een ieder die vogels, bloemen en de natuur lief heeft, raad ik aan deze website te bezoeken. 

Onder Oudemolen (Drenthe) was een veen met een meeuwenkolonie. Heel voorzichtig ging je in het water, omdat het veengrond tot vlak onder het wateroppervlak kwam en je steeds met je voeten naar harde grond moest voelen voordat je een stap verder ging. Met het water en de drab tot aan onze oksels durfden we verder. Lang niet alle nesten waren bereikbaar. Gelukkig maar, denk ik nu. Maar spannend was het ook. Je had altijd een pet of een oude hoed op je hoofd. Want de meeuwen vlogen krijsend vlak bij je langs. Pikzwart kwamen we* weer uit het water. De eieren in een zak boven ons hoofd dragend. 



We kregen eens concurrentie van een groepje jongens uit een ander dorp, daar bij die meeuwenkolonie. Er werd eentje vervelend tegen me. Met mijn klomp sloeg ik hem op zijn hoofd. Dat was afdoende. 

De eieren werden uitgeblazen en er werden dikke koeken van gebakken. Een meeuwenei kon je niet koken als ik mij goed herinner. Die werden glazig en smaakten naar levertraan. De uitgeblazen eierschalen werden aan een touwtje opgehangen. 


Onderstaande Link geeft de situatie van veengrond en een meeuwenkolonie het beste weer. Klik op de foto en dan inzoomen. Dan zie je dat de nesten drijven op het drab of op oude boomstronken gebouwd zijn. Zo was de situatie bij Oudemolen ook.

https://wereldwandelen.files.wordpress.com/2019/07/img_1727.jpg


* Ik was nooit alleen. Samen met schoolkameraden en mijn oudere broer denk ik. Maar ik was wel de jongen die de hoge bomen met dunne toppen in klom met anderen die meestal toekeken.




Altijd hadden we lucifers op zak. Er gingen soms grote stukken natuur in vlammen op. Naast de spoorlijn bij Tynaarlo was er vaak wat af te branden. De treinen reden door de rook als de wind verkeerd stond. 

Politieman Huisman uit Tynaarlo werd het te gortig. Huisman was een gezette man met een rond gezicht dat altijd leek te glimlachen. Wij, de Van der Weides, moesten bij hem thuis komen en we werden hard toe gesproken.  We kregen straf. Twee weken mochten we het huis aan het spoor niet uit. Huisarrest na schooltijd en in het weekend. 

Die twee weken gingen snel voorbij. Want politieman Huisman gaf ook als opgave om een stapel van vijftig centimeter Donald Ducks uit te lezen die hij van zijn zolder haalde. Deels waren die nog in zwart/wit en de laatste jaargangen in kleuren uitgave. Dat was feest, want geld voor Donald Ducks hadden we niet. 

De herinnering aan politieman Huisman uit Tynaarlo heeft nog steeds een warme plek in mijn hart.




2 opmerkingen: