zaterdag 25 januari 2020

De bolpink II


Boer Piet Schoon had een broer: Rens Schoon. De zoon van broer Rens heette Bram.

Neef Bram kwam een dag op bezoek. Het klikte wel tussen ons. Hij was zeeman. En thuis met verlof. Het was een grote forse jongen, een paar jaar ouder dan ik. 

Boer Piet had de gewoonte om vroeg in de morgen om zeven uur het werk uit te delen. Vaak stond hij dan in de deuropening van de boerenschuur, met zijn handen de deurposten hoog omklemmend. Die dag kreeg ik opnieuw de opdracht om een bolpink uit het weiland te halen. Weer van het “het vliegveld” jawel.

Maar eerst moesten de dagelijkse klussen in de morgen gedaan worden. Het liep tegen tien uur dat ik daarmee klaar was. Boer Piet had een nieuwe Volkswagen kever gekocht. Met misschien honderd kilometer op de teller. 
Een hele mooie lichtblauwe. Ik zag boer Piet nergens. Hij was met iemand anders op stap. “Laten we de Volkswagen meenemen, de sleutels zitten in het contact” zei ik tegen neef Bram. “Ben je gek, joh” zei neef Bram. Maar ik zat er al in en reed de garage uit. Bram kwam naast mij zitten en zo reden we naar "het vliegveld” * 

Dat was een heerlijk ritje. De bolpink een hoorntouw omgedaan en omdat Bram niet durfde te rijden, liep hij voor mij uit met de pink. En zoals gewoonlijk bleef de jonge koe soms gewoon staan. Geen zin om verder te gaan. En de brug was nog eens niet in zicht. Bram trok dan aan de pink maar kreeg het geen meter verder. Voorzichtig reed ik telkens met de Volkswagen kever tegen zijn hakken aan. Dat ging lange tijd goed. Totdat KLAP!!! Een grote knal tegen de nieuwe auto. De pink had hard achteruit geschopt.

Ik nam de schade op. Er zat een forse deuk in de kofferbak aan de voorzijde. Pffft. Wat te doen. Want boer Piet kon vreselijk kwaad worden en schelden dat horen en zien je verging.

Vlak voor de brug aan de linkerzijde woonde boer Van Riel. Daar ging ik heen met de beschadigde auto. Gelukkig was hij thuis en ik vertelde hem wat ik had uitgespookt. Boer Van Riel bekeek aandachtig de schade. Hij tilde de kofferdeksel omhoog en haalde een richel paaltje. Met een ferme tik sloeg hij die tegen de onderkant van de deuk. PLOP zei het blik en er was bijna niets meer te zien. 


Dolgelukkig parkeerde ik de nieuwe auto weer in de garage.

Boer Piet heeft nooit wat geweten. Iedereen hield zijn mond stijf dicht.






Voor een stukje geschiedenis over het land van boer Piet Schoon dat "Het vliegveld" werd genoemd kijk op: https://www.drentheindeoorlog.nl/?aid=365

Geen opmerkingen:

Een reactie posten